我们在杨老师的带领下来到了,位于Assen 的博物馆,参观了唐朝陈列品展,是我们了解中国历史的发展。
De Tang-dynastie (ook: T'ang-dynastie) was een
dynastie in
China van
618 tot
907. Ze volgde de
Sui-dynastie op en ging vooraf aan de Periode van
Vijf Dynastieën en Tien Koninkrijken. De dynastie werd onderbroken door de
Tweede Zhou-dynastie (690-705) toen keizerin
Wu Zetian de troon besteeg. Deze was de eerste en enige keizerin in de hele
Chinese geschiedenis.
Onder de Tang-dynastie was
Chang'an, tegenwoordig een voorstad van
Xi'an, de hoofdstad van China. Dit was destijds de grootste stad in de wereld, met meer dan een miljoen inwoners. Het Tang-rijk bestond op zijn hoogtepunt uit het huidige
Volksrepubliek China zonder
Taiwan en
Yunnan en verder
Mongolië, Zuid-
Kazachstan,
Oezbekistan,
Tadzjikistan,
Turkmenistan,
Kirgizië, Noord-
Afghanistan, Noord-
Pakistan,
Bhutan, schiereiland
Korea, Zuid-Oost-
Siberië en Noord-
Vietnam. De Chinese invloedssfeer reikte tot aan de
Kaspische Zee.
De periode van de Tang-dynastie wordt door historici veelal gezien als een van de hoogtepunten in de Chinese beschaving. Het grondgebied van China, dat door de militaire prestaties van zijn vroege heersers werd verworven, was groter dan dat tijdens de
Han-dynastie. Bevorderd door contact met
India en het
Midden-Oosten werd de periode gekenmerkt door een culturele opbloei.
Het
boeddhisme, dat in de eerste eeuw van onze jaartelling uit India was komen overwaaien, bleef tijdens de Tang-periode een belangrijke godsdienst en werd goedgekeurd door de keizerfamilie. Grote boeddhistische bouwprojecten als de
Grote Boeddha van Leshan werden gesubsidieerd door de staat. Wel kwam er omstreeks 850 een anti-boeddhistishe reactie, omdat de boeddhistische kloosters als het ware een staat binnen de staat waren geworden. Veel kloosters werden toen gesloten en veel monniken werden gedwongen weer een normaal burgerbestaan te gaan leiden. De invloed van het boeddhisme in China is sedertdien minder overheersend geworden, maar de godsdienst bleef wel een permanent deel van
Chinese traditionele cultuur.
De techniek van de
blokdruk zorgde ervoor dat het geschreven woord ter beschikking kwam van enorm groot publiek.
De Tang-dynastie was een periode waarin de Chinese literatuur en kunst hoogtij vierden. Er werd een systeem van concurrentie opgezet voor de overheid om de beste talenten tot de overheid aan te trekken.
Tang Gaozu stichtte de Tang-dynastie, maar regeerde slechts enkele jaren. Hij werd opgevolgd door zijn zoon,
Tang Taizong.
De opstand van
An Lushan markeerde het begin van de neergang van de Tang-dynastie. Weliswaar werd de opstand neergeslagen, maar de dynastie was verzwakt. Vlak daarvoor had het rijk al een militaire nederlaag geleden tegen de Arabieren in de
slag bij de Talas (751), waardoor de Chinese invloedssfeer in Centraal-Azië vervangen werd door een Arabisch-islamitische invloedssfeer. Een onbedoeld gevolg was dat de Chinese kunst van het
papiermaken zich via het Midden-Oosten naar Europa verspreidde (de Arabieren hadden enkele Chinese papiermakers gevangengenomen).
Toen het einde van de Tang-dynastie naderde, werden de regionale militaire gouverneurs (
jiedushi) machtiger en begonnen meer als onafhankelijke regimes te functioneren. De dynastie eindigde toen een van de militaire gouverneurs,
Zhu Wen, de laatste keizer opvolgde en de troon besteeg. Daarmee begon de Periode van Vijf Dynastieën en van Tien Koninkrijken.